
- Duur: 8′
- Gecomponeerd voor prof. José Eduardo Martins (Brazilië) in opdracht van vzw De Rode Pomp voor een project rond piano-etudes die de pianist bestelde bij een internationale schare componisten.
- Creatie en uitvoeringen
- 17 februari 2001: prof. José Eduardo Martins (Brazilië) in De Rode Pomp te Gent
- 20 maart 2003 door Veronika Iltchenko in De Rode Pomp te Gent
- 15 november 2004: prof. José Eduardo Martins (Brazilië) in Huis Maene te Brussel, ingericht door de Braziliaanse ambassade; ter gelegenheid van de decoratie van Prof J.Martins met de hoogste Braziliaanse orde van verdienste door Jeronimo Moscardo, ambassadeur van Brazilië.
- 31 December 2003 : Timur Sergeneya & Lucien Posman in De Rode Pomp, Reveillon| Nieuwjaar 2004
- 2 juni 2006: Simon Callaghan (Engeland) in De Rode Pomp
- 21 juli 2006, Marc Masson in De Rode Pomp, Gentse feesten programmareeks ‘Jonge musici in de leeuwenkuil’
- 11 november 2010, door Steven Delaere, Miryzaal Gent, concertreeks Gradus ad Parnassum
- 5 maart 2011: Jeroen Malaise, piano, Peter Verdonck verteller, tijdens “Lucien Posman: een portret…” in CC Bethaniën, Handelslei, Zoersel, een initiatief van Peter Verdonck en de Muziekacademie van Zoersel.
- 12 mei 2012 Marc Masson, tijdens een hulde-concert ‘ Hang your serious song- a Posman experience’ (n.a.v. 60ste verjaardag) in zaal Parnassus, Oude Houtlei te Gent. Presentatie door Karel Nijs.
- 18 juli 2012 Marc Masson tijdens Gentse componistenfestival Quatre Mains Salle St Michielsstraat
- 14 september 2012 Marc Masson, tijdens een hulde-concert ‘ Hang your serious song- a Posman experience’ (n.a.v. 60ste verjaardag) in de feestzaal van het Koninklijk Atheneum, Mevrouw Courthmanslaan te Maldegem
- 9 november 2012 Veronica Ilchenko in BICC ‘t Poorthuis Peer; programma Made in Belgium- NOORDERKLANKEN, forum voor klassieke muziek in Noord-Limburg
- 8 oktober 2022, Bart Meynkens Klankdomein ’22 Muziekacademie Mortsel
- 25 mei 2023, Prof. José Martins tijdens zijn laatste concert in het foyer van de voormalige Rode Pomp
- Toelichting
- ‘Le conte de L’Etude Modeste’ is het verhaal van Modeste, een pianostudie. Reeds honderd jaar staat ze schouder aan schouder met haar beroemde partituurgenoot, ‘De schilderijententoonstelling’ van Modest Moesorgski.
Op een dag kan ze het niet meer uithouden en gaat op zwier. Ze is is nog maar twee straten ver of ze ontwaart een enge gnoom die haar op barbaarse wijze aan het studeren is. Hij merkt haar terstond op en achtervolgt haar. Ze zet het op een lopen en kan zich nog net op tijd verschuilen in een oud kasteel . Ze wordt er bekoord door het bluesy geweeklaag van de overjaarse en bedlegerige hertog Blauwbaard. Ze opent een raam , en samen met een frisse bries wordt haar oor gestreeld door het speelse kinder-gekrijs, dat opstijgt uit de kelders van het nabijgelegen Centre Pompidou. Ze besluit een taxi te nemen. De bestuurder stelt zich voor als Bydlo. Hij is een struise zwarte man. Hij kent maar één lied nl, ‘Rij maar an, ossewagen rij maar aan’, dat hij ononderbroken zit te neuriën. Om de tijd te doden test ‘ l’ Etude’ er de melodie op uit van ‘Bydlo’ uit haar gebuur in boekenkast; dit blijkt mits enige ritmische aanpassing , wonderwel te lukken. De chauffeur toont haar onderweg nog enkele speciale attracties , oa. het Belgische dioxinekippen-straatballet dat een ware stormloop veroorzaakt. Op de tonen van het Belgisch volkslied, ‘Moeder de haan is dood!’, een snuifje Beethoven en een streepje Dies Irae, wordt een ware heksensabbat ten tonele gevoerd. Modeste is echter niet in haar goede doen en vraagt Bydlo de radio aan te zetten. Op de radio is een discussie aan de gang tussen het zwaarlijvig globalist parlementslid, Goldberg en Schmuyle, een uitgebluste maoïstische ‘achtenzestiger’. Op de tonen van ‘The Stars and Stripes forever‘ (mars van de Amerikaanse componist Sousa) verdedigt Goldberg zijn visie op het toekomstige politiek bestel; Schmuyle geeft hakkelend weerwoord op de tonen van de Internationale, het beroemde lied van de Gentenaar Julius De Geyter. Dit lijkt haar echter een hopeloze discussie en Modeste smeekt om ander vertier. Het begint Bydlo wat op de zenuwen te werken en in een razende rit voert hij haar naar de oude markt; het blijkt niet de goede dag te zijn en hij zet zijn dolle rit verder; Modeste maant hem tevergeefs aan tot kalmte; uiteindelijk belanden ze in een pas gerestaureerde catacombe. Dit blijkt echter een in onbruik geraakte riolering te zijn die herinneringen oproept aan Orson Welles’ ‘De Derde Man’. Ze krijgt het wat koud en wanhopig stelt Bydlo voor om een bezoekje te brengen aan Baba Yaga. Dit verzoek wijst ze resoluut van de hand en verzoekt hem haar maar terug naar huis te voeren. Dit doet hij op voorbeeldige en plechtige wijze, op de tonen van ‘It’s a long way to Tipperary!’. Eens thuis, nestelt l’Etude Modeste zich weer tegen ‘De Schilderijententoonstelling’ van haar naamgenoot; haar geliefkoosde plek.
- Notes: ‘Le conte de l’Etude Modeste’ is the story of Modeste, a piano étude. Since hundred years she resides on the bookshelf side by side against the famous ‘Pictures at an Exhibition’ by Moussorgsky.
One day she can’t stand it anymore and starts wandering around. She is only two streets further when she detects a scary Gnome who is studying her in a barbaric way. The gnome notices her at once and starts to chase her. She runs away and is able to hide herself in an Old castle. She gets charmed by the bluesy lamentations of Bluebeard who is confined to his bed. She opens a window and when she feels the cool breeze she also hears the playful screams of children that rises from the cellars of the nearby Centre Pompidou. She decides to take a taxi. The driver introduces himself as Bydlo. He is a heavy-built black man. He only knows one song: ‘Rij maar an, ossewagen rij maar aan’, which he is humming constantly. To kill time, Modeste tries out the melody of this song on ‘Pictures at an exhibition’, her neighbour on the bookshelf, which –with some adjustments to the rhythm – comes off wonderfully well. The taxi driver shows her some special attractions, including the Belgian Street ballet of the dioxine Chickens which is causing a real upheaval. On the tones of the Belgian folk song ‘Moeder de haan is dood’ , a dash of Beethoven and a little bit of Dies Irae, a real Witch Sabbath is staged. Modeste doen’t feel well and asks Bydlo to put on the radio. On the radio a discussion is going on between the obese member of parliament Goldenberg , a supporter of globalism, and Schmuyle, a quenched Maoist from the generation of May 1968. On the tones of Washington Post (in a orientalistic fashion) Goldenberg gives his vision on the future political order. Schmuyle counters him stammering on the tones of the International, the famous workers’ song, composed by Julius De Geyter, a composer from Ghent. It is a hopeless discussion and Modeste asks for something else. Bydlo is annoyed and starts to rush his car to the Old Market-place, where nothing is going on so the wild ride takes off again. In vain, Modeste urges him to calm down. At last they arrive at the Catacombs, which turn out to be the out of use sewerage where Orson Welles made shootings for ‘The Third Man’. Modeste is feeling cold and Bydlo desperately proposes him to visit Baba Yaga.. Modeste refuses this resolutely and asks him to drive her back home. Bydlo brings her home in an exemplary and solemn conduct, on the tones of ‘It’s a long way to Tipperary!’. Once home, l’Etude Modeste cuddles up to ‘Pictures at an Exhibition’ by her namesake, her favourite place. (Lucien Posman)