EERSTE BEDRIJF
Scène 1. Voor de zestiende keer mislukt een zelfmoordpoging van Professor Hercules Haché. Hij besluit er mee te stoppen en te onderzoeken welke kracht hem dwarsboomt. Hij start meteen z’n onderzoek.
Scène 2. Hij wordt echter gestoord door z’n vrienden Prosper, Homer en Jeanine. In plaats van een depressieve professor, treffen ze een geestdriftige Hercules die hen vertelt over z’n nieuw onderzoek. Maar zij lachen hem vierkant uit. De bezorgde Jeanine wil hem in therapie. Hercules reageert hier meewarig op. Ten slotte stelt ze een goede meid voor.
Scène 3. Dit voorstel is nog maar geopperd of de bel gaat. Een pronte werkzoekende Turkse dame biedt zich aan als meid en ze wordt door de verbaasde Hercules onmiddellijk aangenomen. Het vriendenbezoek loopt ten einde.
Scène 4. Theodora, de meid, begint meteen blijmoedig de kamer te ruimen. Hercules stelt zijn onderzoeksmethode op punt. Theodora biedt de professor een kop thee aan. Op de radio speelt ‘Wheel within Wheel‘. De uitzending wordt echter abrupt onderbroken door het bericht dat ‘De Vijand’ België de oorlog verklaard heeft en dat hij de grens al over is.
Scène 5. Hercules is wanhopig. Homer storm de kamer in. Samen horen ze op de radio dat België al bezet is, de dreigende stem van de Bezetter galmt door de kamer. Homer die lijdt aan obesitas, besluit daarom direct om te collaboreren en hij verdwijnt. Theodora vraagt verlof om haar familie, die niet over een radio beschikt, op de hoogte te stellen.
Scène 6. Hercules is volledig van de kaart. Zijn doodsdrift is ontoereikend om een zeventiende zelfmoordpoging te ondernemen. Zijn wetenschappelijke nieuwsgierigheid naar de kracht die hem belet heeft definitief de bovenhand genomen.
TWEEDE BEDRIJF
Scène 1. De Bezetter heeft Hercules’ huis als hoofdkwartier ingenomen. Hercules is verbannen naar de zolder. Theodora is nog in dienst. Commandant Bjorn overheerst bulderend de scene. Centraal staat Johnny, de oorlogscomputer. Hij wordt virtuoos bediend door Ilsa, de multitaskende secretaresse. Majoor Horst is het brein van de Vijand. Bjorn geilt obsessief op de meid en zit haar voortdurend op de hielen. Hij glipt mee haar kelder in.
Scène 2. Als een echte fan bezingt Horst de vernietigingscapaciteit van zijn commandant en zijn eigen vaardigheid in het ontwikkelen van subtiele strategieën. Ilsa legt de vinger op de tere plek van Bjorn, namelijk zijn wellust.
Scène 3. Bjorn is misnoegd over de povere resultaten van de bezetting van België. Daarom doet hij beroep op zijn neus, z’n geheime wapen. Heftig snuivend ontdekt hij waarom de Belgen niet klein te krijgen zijn. De oorzaak ligt in het verleden…ergens rond 1830…in de Belgische omwenteling!!! Horst bezingt in vervoering de reukzin van zijn baas en zet Ilsa aan het werk. Johnny deelt mee dat de aria ‘Amour sacré de la Patrie’ uit de opera ‘De Stomme van Portici’ in het hart der Belgen het onblusbaar vuur van de revolutie heeft ontstoken. Theodora kan als enige muziek lezen, zij zingt de aria. Geschokt realiseren Bjorn en Horst zich dat uit dit lied de ECHTE BELG geboren is. Horst krijgt de opdracht om een bom te ontwerpen, een subtiele metaforische precisiebom, die de Belgische ziel zal fnuiken. Hierdoor zal het verzet gebroken worden.
Scène 4. Horst ontwerpt de bom met Ilsa als gedachten-reflector. Hij definieert het doelwit, de echtheid van de Belg. Vervolgens analyseert analyseert hij de genese van het doelwit:
-
- de aria ‘Amour sacré’ is de eikel, België is de eik,
- de voedingsbodem van eikel en eik is DE MUNT.
- DE MUNT is zo voedzaam
- omdat hij nog de as bevat van de oude Muntslag
- omdat in DE MUNT de vruchtbare betekenis MONETA verborgen ligt en dit betekent: ‘WORDT WAKKER of ONTWAAKT! De WAAKZAAMHEID, het vermogen om wakker te blijven en op te letten, was en is het echte voedsel van de Belgische eik en het geheim van De Munt.
- de echtheid van de Belg wordt dus gevoed door DE MUNT
Horst kan nu snel de de BOM op punt zetten: als de MUNT kapot gaat, gaan alle Belgen kapot. Strategie: het doden van al het ECHTE in de Munt door het ONECHTE zwaar te subsidiëren. De wildgroei van FAKE & FASHION vernietigt het wezen van de Munt en van de echtheid van de Belg die inslaapt! Horst is trots op zichzelf.
Scène 5. Bjorn, Ilsa en Horst luisteren in houding naar de ceremoniële radiotoespraak van De GROTE DWINGER, de hoeder van het ‘Kubiek Model’ en zingen samen de ‘Nationale vijandelijke hymne’. Na deze ceremonie legt Horst uit hoe de BOM werkt. Bjorn vindt ze heerlijk geurend. Als Theodora verschijnt, stuurt Bjorn iedereen weg…
Scène 6. Hij tracht de meid met grof geld te verleiden, maar Theodora blijft meester van de situatie. Bjorn druipt af naar de keuken.
Scène 7. Theodora is nu alleen. Ze ontpopt zich als pion van het verzet. Ze fotografeert alle belangrijke documenten incluis het ontwerp van de bom. Daarna saboteert ze Johnny op meesterlijke wijze.
Scène 8. De bel gaat, het is obees Homer. Hij collaboreert om den brode en komt een gedicht tonen dat Hercules schreef voor een clandestiene krant. Bjorn moet ervan kotsen, hij had het zelf al ontdekt. Horst krijgt bevel om Hercules te arresteren. En Ilsa stelt bovendien vast dat Johnny gesaboteerd is, hij produceert nog alleen Vlaamse slagers! Ze is wanhopig. Bjorn wordt bang… hoe zal De Grote Dwinger hierop reageren. Homer wil er stiekem vandoor gaan maar wordt terug de kamer ingedreven door Horst die ook Hercules al wist te arresteren.
Scène 9. Hercules wordt keihard over zijn gedicht ondervraagd. Het is een vrij cryptisch gedicht over een Engel-Nachtvlieger-Postbode die goed nieuws brengt aan de -al lang -wakende wachters. Er is ook sprake van ‘vallende eiken’. Horst legt hier het verband met zijn nieuwe bom en wordt panisch. Weet Hercules van de bom? Nee, onmogelijk; Horst raakt voor het eerst volledig in de war. Bjorn laat Hercules opsluiten op zolder. Hij schakelt ook de FISTAPO in, de ‘Finale Staats Politie’.
DERDE BEDRIJF
Scène 1. Het is nacht. Volle maan. Hercules zit gevangen op zolder. Hij heeft de meetlat van de positieve wetenschap opgeborgen en test nu zijn verlangen naar waarheid uit om die waarheid te begrijpen. Hij is dus full-time dichter geworden.
Scène 2. Theodora brengt hem een lekkere maaltijd en het nieuws van de dag: het verzet tegen de Vijand neemt stelselmatig toe, Hercules’ gedichten worden overal gelezen, vele professoren uit de diverse positief-wetenschappelijke richtingen werden lyrische literatoren. Er vormt zich een machtig poëzie-bolwerk. De vijand verliest zijn accuratesse. Bovendien is er sprake van een LIED dat wordt gehoord, een LIED van ongekende oorsprong en van ongekende schoonheid. Hercules’ liefde voor Theodora groeit.
Scène 3. Horst verstoort het gesprek. Tussen hem en de professor is er een positieve band gegroeid, het zijn tenslotte twee genieën. Horst treurt om zijn Bom die een losse flodder blijkt. De Belgen ontwaken in plaats van in te slapen. Horst vermoedt dat Hercules’ gedichten hier iets mee te maken hebben. Ook heeft hij gehoord van een clandestiene opera die ergens gecomponeerd wordt. En Johnny is finaal om zeep. Steeds meer raakt Horst in een positieve verwarring, maar hij geeft zijn dienstbaarheid aan het boze nog niet op. Hij meldt dat de FISTAPO in aantocht is…
Scène 4. Hercules is opnieuw alleen. Hij denkt na over de vreemd gebeurtenissen. Is hetzelfde verlangen dat hem tot dichter maakt ook werkzaam bij andere Belgen? Is het een soort wonderolie die tot de kern doordringt? Plots hoort hij in flarden HET WEKKEND LIED terwijl de Moeder in volle glorie verschijnt. Het is haar lied.
Scène 5. De meid snelt de kamer in. De FISTAPO is er. Ze beurt de professor een beetje op. Hercules vertelt haar opgewonden over het WEKKEND lied dat hij hoorde.
Scène 6. Ingeleid door de ceremoniële hymne van De Grote Dwinger schrijdt de FISTAPO de kamer in: Doctor Hein Formol en Frau Letland, zijn assistente. Na een brutale kennismaking blijft Hercules alleen achter met Frau Letland…
Scène 7. Frau Letland onderwerpt de verbaasde professor aan een psychoanalytisch lust-overstelping. Maar Hercules trotseert met glans deze listige Freudiaanse tortuur. Frau Letland faalt.
Scène 8. Op dat moment brengt Theodora ‘met de groeten van Doctor Hein Formol’ worst en bier. Ook deze strategie faalt. Hercules grijpt hun samenzijn aan om Theodora te vragen wie ze in werkelijkheid is. Ze ontwijkt zijn vraag. Hij verklaart Theodora zijn liefde, samen horen ze het WEKKEND LIED. Theodora vertelt dat steeds meer Belgen dit lied horen en daardoor uit de nachtmerrie van de schijn ontwaken. Ze worden zelf ‘wekkers’ die anderen wakker maken. Ze vertelt ook dat de geheime opera over de ballingschap van Hercules handelt en ‘De Redding van de Munt’ heet. De professor gelooft zijn oren niet. In totale verwarring en euforie vraagt hij Theodora ten huwelijk.
Scène 9. Brutaal stormt de Fistapo binnen met in z’n kielzog een aangeslagen Horst, een bezorgde Ilsa, en Bjorn die een slaafse onderdaan werd van zijn lusten. Hij is doorgeslagen op de onwrikbare kuisheid van Theodora. Zij verlaat het toneel. Bjorn dweilt er kwijlend achteraan, glijdt uit over een worst, dondert van de trap en breekt zijn nek. Hij is zo dood als een pier.
Scène 10. De professor wordt op zijn stoel gebonden. De Martel-box, het gevreesde folter-unit van de Fistapo, wordt binnengerold door Homer. Hij zit nu geperst in het uniform van de vijand. Hercules wordt geprepareerd voor de tortuur en blijft zijn onschuld uitschreeuwen. Homer haalt de fatale hendel over…. maar er gebeurt niets! Platte batterij! Iedereen druipt af.
Scène 11. De professor is nu weer alleen. Hij voelt zich schitterend. het spel van de vijand is bijna uit, zoveel is zeker. Hij voelt de eeuwenoude wallen rond zijn hart begeven. Theodora komt hem bevrijden. Hercules herkent in HET WEKKEND LIED de lang gezochte waarheid. Horst strompelt de kamer binnen. Hij geeft zich over.
Scène 12. Maar Hein Formol, Frau Letland en Homer niet! Ze rukken aan met een verse batterij. Horst tracht Hein te overhalen om zich over te geven. maar de Hein luistert niet. Hij dwingt Hercules weer op de stoel. Nu laten Theodora en Hercules het WEKKEND LIED weerklinken. Hein en Letland kunnen echter het lied niet horen, ze blijven ongevoelig voor de schoonheid en verkrampen van ellende. Ze worden geveld door de boosheid-vernietigende kracht van het lied. Horst hoort vaag iets en kan overeind krabbelen. Hein daarentegen is razend geworden en wil Hercules nog doodschieten maar raakt verstrikt in de kabels van de Martel-Box. Frau Letland snelt te hulp. Maar Homer haalt in het geharrewar de hendel over en beiden worden geëlektrocuteerd door hun eigen uitvinding. Ilsa komt op met koffie en thee. Zij was onschuldig. Horst wil assistent worden van Hercules. Hij opent zijn hart voor Ilsa. Ze bezwijkt graag voor zijn charmes.
Hercules overschouwt de rokende scène. Theodora zengt de gevleugelde worden ‘Operarum facta opera est’, het werk der werken is volbracht: De Munt is gered en bijna alle Belgen zijn wakker geworden.
De meid bekent nu dat De Moeder haar heeft gezonden om Hercules te helpen. Zij is een engel en kan niet met hem trouwen. in een flits verdwijnt ze naar de plek der Goden en laat de verbijsterde Hercules achter. Horst geniet ontdekt dat Theodora ook Fenella was, de ‘stomme’ uit de De Stomme van Portici en ook de engel uit het gedicht van Hercules. Horst tracht dit uit te leggen aan de professor maar die begrijpt er helaas niets van.
Maar plots gaat de bel. Net als bij het begin van het verhaal. En Theodora komt zich opnieuw voorstellen als meid, nu als mens. Allen zingen hun vreugde uit terwijl de professor en de meid verder onderhandelen…
Tijdens deze apotheose verschijnt de Moeder weer, badend in het licht van de Belgische driekleur.
Ze knipoogt naar het publiek.