- Duur: 3’30”
- Bezetting: soprano, gemengd koor, viool, piano en timpani (ad libitum)
- Gecomponeerd op vraag van Katrijn Friant om een werk voor alle deelnemers aan het concert van Novecanto koor: “Rainer Maria Rilke gezongen”.
- Tekst: Rainer Maria Rilke uit (Die gedichte 1922 bis 1926 (Muzot, i juli 1924)
- Creatie: zaterdag 2 juni 2007, Parnassus zaal, Oude Houtlei 124, 9000 Gent. Ann De Prest, sopraan, Paul Klinck, viool, Koen Van Overberghe, piano, Lisa Couck, pauken en Novecanto o.l.v. Katrijn Friant, programma “Rainer Maria Rilke gezongen“
- Recording: Aquarius ensemble o.l.v. Marc M. De Smet, Evelyne Bohen, sopraan, Lilya Umnova, viool, Timur Sergeyenia, piano, Simon Decraene, timpani
- Wilder Rosenbusch
Wie steht er da vor den Verdunkelungen
des Regenabends, jung und rein;
in seinen Ranken schenkend ausgeschwungen
und doch versunken in sein Rose-sein;
die flachen Blüten, da und dort schon offen,
jegliche ungewollt und ungepflegt:
so, von sich selbst unendlich übertroffen
und unbeschreiblich aus sich selbst erregt,
ruft er den Wandrer, der in abendlicher
Nachdenklichkeit den Weg vorüberkommt:
Oh sieh mich stehn, sieh her, was bin ich sicher
und unbeschützt und habe was mir frommt.
- Wilde Rozenstruik
- Hoe staat hij daar bij het vallen van
- de regenavond, jong en rein;
- uitgezet door zijn rankenweelde
- en toch verzonken in zijn roos – zijn
- De frêle bloesems, hier en daar al open,
- allen ongevraagd en onverzorgd:
- Zo grenzeloos vol van zichzelf
- en onbeschrijflijk opgewonden van zichzelf,
- hij roept de wandelaar toe, die in avondlijke
- overpeinzing langs de weg passeert:
- O zie mij hier staan, kijk, wat ben ik veilig
- en onbeschut en heb ik wat mij baat.
- werkvertaling L.P.